
Herstory of Art wordt een drieluik
A STORY WITHOUT END
In 1950 sloot Gombrich zijn laatste hoofdstuk (tegenwoordig hoofdstuk 27) van ‘The Story of Art’ als volgt af: “Er zijn alleen kunstenaars, mannen en vrouwen, begunstigd met de kostelijke gave om vormen en kleuren zo lang tegen elkaar af te wegen tot het ‘goed’ is en – zeldzamer nog – mannen en vrouwen die dat onkreukbare karakter hebben dat zich nooit tevreden stelt met een halve oplossing, steeds bereid is goedkope effecten en succes in te ruilen voor het zwoegen en de worsteling van oprecht werk. Kunstenaars zullen altijd worden geboren. Of er dan ook kunst komt, hangt voor geen gering deel van ons af, het publiek. Door onze onverschilligheid of belangstelling, vooroordeel of begrip kunnen wij de uitkomst beslissen. Wij moeten ervoor zorgen dat de draad van de traditie niet breekt en dat er voor de kunstenaar gelegenheid blijft het kostbare parelsnoer dat onze erfenis van het verleden is te verlengen.” Het waren de woorden ‘mannen en vrouwen’ die mij intrigeerden tijdens mijn studie kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, vooral omdat vrouwelijke kunstenaars amper aan de orde kwamen. Met mijn boek ‘Herstory of Art’ heb ik geprobeerd enigszins in deze leemte binnen de traditionele kunstgeschiedenis te voorzien. Volledigheid is haast onmogelijk en dat besefte ook Gombrich toen hij ‘The Story of Art’ schreef. Niet alleen wordt de kunst van nu snel geschiedenis, ook het verleden verandert. Er worden immers steeds nieuwe vondsten gedaan, waardoor we ons beeld van het verleden zullen moeten aanpassen. Het is aan ons of wij kunnen en willen meegaan in deze veranderingen, of dat wij vasthouden aan een bestaande traditie. ‘Herstory of Art’ toont aan dat het noodzakelijk is om de kunstgeschiedenis aan te vangen met de vroegste kunstuitingen in de oude steentijd. Niet alleen wordt dan zichtbaar dat vrouwelijke kunstenaars evengoed een essentiële rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de kunsten, ook wordt duidelijk dat er in aanvang egalitaire culturen waren, waar mannen en vrouwen naast elkaar leefden en werkten op basis van gelijkwaardigheid. We hebben gezien dat niet alleen man én vrouw kunstenaar zijn, maar dat ook het godsbeeld mannelijk én vrouwelijk is. Kunst en religie zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer mannelijke dominantie opkomt en zich manifesteert in een monotheïstische godsdienst met een vadergod is dat heel bepalend voor de man-vrouwverhouding in de samenleving. Het is essentieel om verder te kijken dan de dominante culturen en zo egalitaire culturen te doen herleven. Wanneer dan de geschiedenis van de moderne kunst vanuit een egalitair perspectief wordt bekeken, krijgen ook de vrouwelijke kunstenaars die hieraan hebben bijgedragen hun plaats in de canon die zij verdienen. In mijn volgende boeken ‘Herstory of Modern Art’ (ca. 1850- WOII) en ‘Herstory of Postmodern Art’ (vanaf WOII) zal ik aantonen dat vrouwelijke kunstenaars geenszins in de marges van de moderne kunstgeschiedenis staan, maar volop meebewegen – op gelijke voet met de mannelijke kunstenaars – in de vernieuwende, avant-gardistische ontwikkelingen.
Herstory of Art – vrouwelijke kunstenaars van de prehistorie tot het modernisme
Herstory of Modern Art – vrouwelijke kunstenaars binnen de avant-garde
Herstory of Postmodern Art – vrouwelijke kunstenaars na WOII


